We geloven in de westerse beschaving. Ook zijn we van nature pacifisten en tegen geweld. Althans we behoren tot de school die van mening is dat een goede rechtse hoek gerechtvaardigd is in de liefde (niet de geliefde, natuurlijk) in filosofische discussies - wanneer iemand Kant kwaadaardig noemt, bijvoorbeeld, of Heidegger een schoolvos of, de gotspe, Hegel via Marx leest - en in discussies over literatuur. Geen rechtse hoek is zo bevredigend als wanneer iemand Reve afvalt, stelt dat Marieke Lucas neerlands hoop in bange dagen is of Mulisch overschat noemt. Ja, we zijn Mulisch-fans hier, en daar schamen we ons niet voor.
De woede die opborrelt en ingehouden wordt, de sublimatie nog in argumenten, en dan, opeens, het oerinstinct dat besluit dat argumenten feminien zijn en de enige oplossing erin ligt om het gezicht voor je dat al die onzinnigheden durft te spuien te vernietigen, tot zwijgen te brengen, al is het maar voor even. Die verbaasde blik zien van dat hautaine mannetje dat zich veilig voelde omdat we ooit besloten hebben het bij woorden te houden.
Men vindt de vuist een teken van zwakte, of dat zo is, is aan de lezer, maar de vuist werkt in ieder geval opluchtend. Het is het mes op tafel. Uiteindelijk, voorbij alle beschaving heen, is er de vuist.
En de politiek heeft hem nodig. Misschien niet in concreto, wel in potentie. Het mes op tafel. Draait een minister de rug naar je toe, ren erop af en haal gewoon even goed uit, als de eerste de beste feyenoord-hooligan in Beverwijk, lult Sjoerdje sojaboy Sjoerdsma ellenlang om een antwoord heen op een vraag die niet zo moeilijk is, ren naar voren en trek hem over het hout heen en geef hem gewoon een goede rechtse, lult Ben Knapen maar wat raak, hup, bam, een rechtse, precies onder het oog, net goed gericht.
Denkt u het zich eens in: Sjoerdje met dat handje op zijn borst, Pepijn van Houwelingen die erop af rent en even dat moment waarop het tijdelijke en het eeuwigen zich verenigen op het verbaasde gezichtje van Sjoerd - godver, dat zou toch mooi zijn?
Het zou de politiek in ieder geval wat mannelijker maken, meer heteroseksueel, minder vals en achter de ellebogen.
Goed. We roepen hier niet op tot geweld. Het gaat erom: het politieke debat is dood en voorzitters zijn te zwak. Politici hoeven geen antwoord te geven, en doen dat dus ook niet, want er is geen mes op tafel dat hen dwingt. De vuist is misschien te heftig, maar daar is vast wel weer een sublimatie te vinden: per onbeantwoorde vraag 5 minuten in 0 graden in je onderbroekje met eendjes op het plein in Den Haag staan, of 10 minuten luisteren naar een podcast van Schimmelpenninck, of verplicht het hele kudtboek van Lale Gul uit je hoofd leren en reciteren, zoiets.
In ieder geval: het politieke debat heeft een mes op tafel nodig, een beloning of straf om gewoon een vraag te beantwoorden. Komt dat er niet, dan hebben we uiteindelijk inderdaad een tribunaal nodig. En we weten hoe Sjoerdje Sjoerdma daarvan in paniek raakt. Want lees onderstaande brief. Er is geen bedreiging gemaakt. Maar wat een valse flikker en turk, godverdomme zeg. Over inhoud zeggen ze verder niets in het debat. Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt draaien zich om in hun graf.